Moreno De Pauw zonder stress naar BK individuele disciplines

Moreno De Pauw verlengde afgelopen weekend zijn Belgische omniumtitel. De 22-jarige renner van het Rock Werchter Cycling Team won vijf van de zes onderdelen, ook al kreeg hij meer weerwerk dan hem lief was van Jonas Rickaert, vanaf 1 januari zijn ploegmaat bij Topsport Vlaanderen-Baloise. De komende drie dagen hoopt de Oost-Vlaming tijdens het Belgisch kampioenschap in de individuele disciplines opnieuw de tricolore trui te mogen aantrekken.

Op de eerste dag van het omniumkampioenschap legde Moreno De Pauw een perfect parcours af. Zowel in de baanronde, de puntenkoers als de afvalling toonde hij zich zaterdag de beste. Jonas Rickaert eindigde telkens als tweede. Op zondag opende De Pauw met een derde tijd in de achtervolging. Rickaert won dat onderdeel en kwam zo, met nog twee proeven te gaan, terug tot op één luttel punt. "Dat Rickaert de achtervolging won, was ingecalculeerd. Ik wist dat hij rapper zou zijn, alleen jammer dat Niels Vanderaerden zich nog tussen ons in nestelde", vertelt de omniumkampioen.

« MIJN BESTE TIJD OP DE KILOMETER »

De zege van Rickaert in de achtervolging bracht De Pauw inderdaad niet van zijn stuk. In de scratch fietste hij Rickaert in de eindspurt uit het wiel. De afsluitende 1000 meter won hij in een scherpe 1’05”275. Rickaert, die opnieuw als tweede eindigde, deed er bijna twee seconden langer over. “De scratch draaide uit op een tactisch steekspel tussen Ovyta-Eijssen-Acrog (de ploeg van Rickaert en Vergaerde, red.) en ons (De Pauw en ploegmaat Nicky Cocquyt, red.). Samen met zes anderen nam ik vrij vlot een winstronde en in de eindspurt haalde ik het gemakkelijk. In de 1000 meter zette ik mijn beste tijd neer. Ik denk zelfs dat het een van de snelste tijden is die ooit op de piste in de Blaarmeersen neergezet werden (het record staat op naam van de Australiër Scott Sunderland, die in 2006 als junior de 1000 meter in 1’04”051 aflegde, red.). Het was een mooie afsluiter van het omniumkampioenschap."
Voor de start van het kampioenschap was De Pauw er nochtans niet gerust op. “Vorige week was ik wat ziek. Ik heb in de dagen voor het kampioenschap heel weinig getraind en veel gerust en geslapen. In het begin zat het nog een beetje in mijn lijf, maar in de laatste onderdelen voelde ik me al een stuk beter. Mijn prestatie op de kilometer toont aan dat ik goed recupereerde.”

Komend weekend kan De Pauw nog een of meerdere titels behalen op de Belgische kampioenschappen in de individuele disciplines en in de ploegkoers, al krijgt hij er dan wel twee zware concurrenten bij. In de meeste wedstrijden zal hij immers met Jasper De Buyst en/of Iljo Keisse moeten afrekenen. “Ik neem aan alle wedstrijden deel, behalve de achtervolging. Dat is nog een werkpunt. Bovendien moet ik daarin altijd zo hoesten. Astma heb ik niet, maar ik laat me wel onderzoeken, want het is heel vervelend. Telkens als ik diep moet gaan, moet ik hoesten."
“In de ploegkoers wordt het moeilijk om Keisse en De Buyst te kloppen, maar dat betekent niet dat Nicky en ik het niet zullen proberen. In de individuele disciplines probeer ik zo veel mogelijk titels te behalen. De belangrijkste titel is echter al binnen, want het omnium is een olympisch nummer. Al wat er nu nog bijkomt, is mooi meegenomen.”


« MIJN RITZEGE IN DE AN POST RAS GAF ME EEN MENTALE BOOST »

In 2008 kroonde Moreno De Pauw zich in Kaapstad als eerstejaarsjunior tot vicewereldkampioen in het omnium. In de daaropvolgende jaren kon hij de hoge verwachtingen niet helemaal inlossen, maar de voorbije twaalf maanden toonde hij als laatstejaarsbelofte wel wat hij in zijn mars heeft. Tijdens de winter werd de Oost-Vlaming Belgisch kampioen in het omnium, de ploegkoers (met Nicky Cocquyt) en de scratch. Op de weg trok hij de lijn gewoon door. Hij won de vijfde rit in de An Post Rás en het Kampioenschap van het Waasland en zowel in de Ronde van Vlaams-Brabant als de Ronde van Oost-Vlaanderen eindigde hij in de top tien. Tussendoor werd hij in juli op het EK op de piste voor beloften in Portugal vierde in de scratch en de ploegkoers (met Jasper De Buyst).
“Ik heb de voorbije jaren veel gesukkeld. Zowel in 2008 als in 2011 heb ik mijn sleutelbeenbreuk gebroken en in 2009 kreeg ik als tweedejaarsjunior met klierkoorts af te rekenen. Vooral door die klierkoorts heb ik veel achterstand opgelopen. Daardoor bleef ik als belofte wat hangen. Ik heb wel steeds het vertrouwen van mijn ploeg gekregen en dat deed deugd. De vorige winter verliep goed en dat resulteerde ook in een goed wegseizoen. Mijn overwinning in Ierland gaf me een mentale boost. Ze deed me beseffen dat ik het ook op de weg kan afmaken. Ik rijd nu met meer vertrouwen rond. Veel last van stress heb ik echter nooit gehad. De enige keer dat ik echt stress had, was op het WK in 2008 toen ik vlak voor het afsluitende nummer van het omnium aan de leiding stond.”

Deze winter gaat De Pauw op zijn elan door. Voor hij zijn Belgische omniumtitel verlengde, had hij al sterk gepresteerd in onder meer de Wereldbeker scratch. Een zevende plaats in Manchester en een achtste plaats in Aguascalientes leverden ham een vierde plaats in de eindstand op. “Een vierde plaats in de eindstand is natuurlijk mooi, maar met een podiumplaats in één van beide manches was ik nog meer tevreden geweest. In de laatste manche behoorde ik zeker tot de betere renners, maar ik kwam wat geluk tekort. Ik voelde mij zo goed dat ik te veel krachten verspeelde en dat moest ik op het einde natuurlijk bekopen.”

« HET BELANGRIJKSTE IS DAT DE PLOEG TEVREDEN IS »

Op 1 januari wordt Moreno De Pauw net als zijn collega-pistiers Jonas Rickaert en Otto Vergaerde prof bij Topsport Vlaanderen-Baloise. Van 8 tot 15 januari trekt hij met zijn nieuwe ploeg op stage naar Calpe. Daarna bereidt hij zich voor op het WK op de piste, dat van 26 februari tot 2 maart in Cali in Colombia plaatsvindt. “Het doel is om in de ploegenachtervolging een goede tijd neer te zetten, maar we hebben wel een jonge ploeg (naast De Pauw en De Ketele maken ook de 19-jarigen Rickaert en Vergaerde deel uit van het achtervolgingskwartet, red.). We werken naar de Olympische Spelen van Rio toe. Daar moeten we altijd in de top acht eindigen. Een podiumplaats is wellicht niet haalbaar, want de grote landen werken met budgetten van meer dan 20 miljoen dollar.”

Op zijn wegprogramma in 2014 heeft Moreno De Pauw nog geen zicht. “Tot aan de Olympische Spelen richt ik me vooral op de piste. Als pistier zit ik goed bij Topsport Vlaanderen-Baloise. Van een plekje in een WorldTourteam droom ik voorlopig niet. In de huidige situatie in het wielrennen wil ik gewoon zo lang mogelijk prof blijven. Wat mijn eerste wegwedstrijd als prof wordt, weet ik nog niet. Ik hoop in mijn debuutjaar enkele degelijke prestaties op de weg te kunnen neerzetten, maar het allerbelangrijkste is dat de ploeg tevreden is over mij.”

Foto: DR

Mots-clés

En savoir plus

Portrait de Moreno DE PAUW